Farioli heeft aan de universiteit gestudeerd en voert zijn conclusies door

Hoe je de studieconclusies van aanstaand Ajax-trainer Farioli terugziet bij Nice

15 mei om 09:15

Uitgaand van vrijwel alle toonaangevende media kan alleen OGC Nice een overgang van hun trainer Franceso Farioli naar Ajax nog tegengaan. Met de Italiaan halen de Amsterdammers een universitair geleerde trainer binnen. Wat concludeerde Farioli eigenlijk tijdens zijn studie filosofie en sportwetenschappen en hoe zie je dit terug bij Nice?

Van 2009 tot en met 2011 studeerde Farioli aan de Universiteit van Florence. De Italiaan dompelde zich onder in filosofie en sportwetenschappen en kreeg uiteindelijk het cijfer van 105 op 110 voor zijn proefschrift. Om dat in perspectief te plaatsen: in Italië moet je minimaal 66 punten halen om te slagen. Farioli haalde er dus bijna het maximale uit.

Het proefschrift

Farioli schreef een proefschrift over de filosofie van het voetbal, onder de titel: de esthetiek van het voetbal en de rol van de doelman. Daarin kon de Italiaan niets anders dan concluderen dat keepers een unieke, bredere kijk op het spel hebben en ook meer tijd hebben om te observeren wat er op het veld gebeurt. Zij hebben daar meer tijd voor dan andere spelers, omdat zij weinig tijd aan de bal hebben en ook meer moeten rennen.

Hoe vertaalt zich dat in het veld?

Farioli sprak al eens met L’Équipe over zijn filosofie en de rol die keepers daar in spelen. "Wij willen de controle hebben over het spel", begon de Italiaanse manager destijds. Vooral in de opbouw is dit terug te zien. "We werken aan variaties in tempo. Wat we proberen te doen is niet de bal te bewegen, maar de tegenstander door de bewegingen van de bal te laten bewegen. Je moet het juiste moment zien om het tempo te veranderen."

Marcin Bulka, de doelman die onder Farioli 32 keer in actie kwam bij Nice, is één van de meest opbouw-georiënteerde doelmannen van Europa. Alleen Gianluigi Donnarumma (Paris Saint-Germain) heeft een lager percentage qua lange ballen (7%). Bulka schiet slechts 11.3% van de lange ballen naar voren.