Dumfries snoert criticasters de mond: 'Ik vond dat toen bizar om te lezen'
Denzel Dumfries snoert ondertussen iedere criticaster de mond. De 27-jarige rechtsback is één van de grootste steunpilaren van Oranje en kan binnenkort zijn contract gaan verlengen bij Internazionale. Dat niet altijd iedereen in zijn kwaliteiten geloofde, heeft in het verleden aan hem geknaagd, zo vertelt Dumfries in gesprek met het Algemeen Dagblad.
Dumfries maakte aan het begin van zijn profcarrière grote stappen. Binnen drie seizoenen kwam hij via Sparta Rotterdam en SC Heerenveen in 2018 bij PSV terecht, om vervolgens zijn debuut te maken bij Oranje. De toen nogal wat houterig en druistig ogende vleugelverdediger, heeft ondertussen geen 'harde voeten' meer. Hij werd ooit geweigerd bij FC Dordrecht en ook Maup Martens, senior scout van Feyenoord, vertelde dat er op Varkenoord niemand de behoefte voelde om hem te halen. "Op een gegeven moment moet je er ook voetballend uitkomen", zou Martens in 2018 hebben gezegd. "Ik moet het nog zien."
"Ik las dat toen. Het was bizar. 'Ik moet het nog zien'. Nou, kom nog eens een keer kijken, zou ik zeggen. In de Champions League of bij Oranje", haalt Dumfries zijn gram. "Dat hardop uitspreken van twijfels, dat heeft in het verleden weleens aan mij geknaagd."
"Soms dacht ik bij bepaalde mensen: kijk jij wel écht? Nee, maar serieus, kijk jij wel écht? Zo'n blik op mijn kwaliteiten zorgde lange tijd voor extra brandstof. Het was uiteindelijk dus een situatie waaruit ik voordeel haalde, meer dan dat het een last was. Die kritiek is minder, dus dat specifieke gevecht op dat vlak kan ik niet meer aan gaan. Maar die opmerking 'ik moet het nog zien', dat vond ik gewoon bizar om te lezen."
En terecht, zou je zeggen. Dumfries heeft ondertussen al 47 interlands en zes goals voor Oranje op zijn naam staan. De rol die hij bekleedt als opkomende rechtsback, is van absolute waarde voor de elf van bondscoach Ronald Koeman. Vorig seizoen speelde hij bovendien de Champions League-finale met Inter. "In die opmerking zat nog een soort hoop verborgen. Hoop dat ik alsnog niet zou slagen", vervolgt hij. "Dat vond ik een kwalijke zaak, want ik gun iedereen zijn bloei, zijn podium. Wat was dat dan voor opmerking? Ik speelde bij PSV en bij het Nederlands elftal. Ik heb er nooit eerder op gereageerd en ik ben er nu ook niet meer mee bezig, maar als het ter sprake komt ben ik eerlijk: het was gewoon misplaatst. Voor mij ook tekenend voor de vreemde manier waarop bepaalde mensen naar dingen kijken."
Dat was het verleden. Dumfries is positief over het heden en de toekomst. Komende week staat hij met Oranje in de EK-kwalificatie tegenover Frankrijk en Griekenland. Vooral laatstgenoemde wedstrijd lijkt van levensbelang om een ticket voor het eindtoernooi in Duitsland te grijpen. "We moeten naar dat EK", zegt hij stellig. "Er niet bij zijn komende zomer is geen optie. Ik heb twee eindtoernooien meegemaakt en ik weet nu: als voetballer is dat het mooiste om mee te kunnen maken."
Dat veel jongens met kwaliteit deze interlandperiode er niet bij zijn, wil volgens hem niet zoveel zeggen. In de publieke opinie leeft al enigszins cynisme over de kleine kansen van Oranje tegen Frankrijk. "In 2018 wonnen we met 2-0 van Frankrijk. Het was een andere fase, niet te vergelijken volgens mij. Voor Oranje én voor Frankrijk. Wat wij toen wilden die avond, kwam er ook echt uit. We gaan het zien vrijdag, maar dat EK, daar zijn wij bij. Dat wij daar ontbreken, dat gaat niet gebeuren", besluit Dumfries.